Afgelopen zomer bezocht ik Valencia en dat was een heel goed idee! Met drie goede vrienden vertoefde ik een lang weekend in deze prachtige Spaanse stad. Ideaal was de combinatie stad/strand. Hier lees je wat je er allemaal kunt zien en doen!
1. Huur een fiets
Tja, je komt uit Nederland of niet. Maar ook in Valencia is fietsen mateloos populair. Ik bezocht Valencia in augustus en het was er toen behoorlijk warm. Fijn om niet alles lopend te hoeven doen. Een mooi park om doorheen te fietsen is Jardin del Turia. Hier liep heel lang geleden een rivier doorheen. Deze bedding is nu een prachtig park met palmbomen en picknickplekken.
2. Bekijk het futuristische Ciutad de las Artes y las Ciencias
Een hele titel. Google ‘wit gebouw Valencia’ en je ziet overal plaatjes van dit prachtige bouwwerk. Het is ontworpen door Santiago Calatrava. Je kunt met varen over het water dat tussen de verschillende gebouwen ligt en er is ook een museum, opera en bioscoop. Sla ook de palmentuin niet over!
3. Ga stappen
Wist je dat het gebouw hierboven tijdens sommige nachten opeens een club is? Wij kwamen erachter toen we rond twee uur ’s nachts (op stap in de oude stad van Valencia, ook leuk!) met locals aan de praat raakten en zijn er direct naartoe gefietst, wat een ervaring! In meerdere gebouwen wordt verschillende muziek gedraaid en je kunt dansen in de palmentuin! Een van de hoogtepunten van dit weekend!
4. Spot de mooiste street art
Op zoek naar street art? Ga naar de oude wijk El Carmen. Hier kun je er niet omheen! Ik deed mee aan een georganiseerde tour, maar zou dit niet echt aanraden. Het was vooral heel lang wachten bij verschillende kunstwerken die we ook zelf makkelijk hadden kunnen vinden.
5. Relax op een van de stranden
Een van de fijnste dingen aan Valencia is de combinatie stad/strand. Met de fiets ben je er zo. Las Arenas is een breed zandstrand en ligt dichtbij het centrum. Hier ligt ook de bekende Marina Beachclub (wel heel duur!). Ook de stranden La Malvarrosa en La Patacona zijn aanraders. Bij Patacona vind je veel surfers en het is er wat rustiger.
6. Bekijk Valencia van boven
Het mooiste uitzicht op de stad heb je vanaf de Torres de Serranos. Je beklimt deze stadspoort voor slechts 2 euro en op zondag zelfs gratis.
7. Eet pincho’s en paella
Pincho’s zijn een soort tapas. In de barretjes met pincho’s komt er een ober langs met een grote schaal en pak je zo veel als je wilt. Tijdens het afrekenen wordt het aantal stokjes van de pincho’s geteld. Goede manier! Daarnaast moet je natuurlijk aan de paella. In Valencia hebben ze op veel plekken ook de zwarte variant.
8. Drink Agua de Valencia, sangria en Horchata
Agua de Valencia is (zoals de naam al doet vermoeden) een typisch product uit Valencia. Het bestaat uit sinaasappelsap, cava, gin, wodka en suiker en is erg lekker! Sangria spreekt voor zich en kun je niet overslaan als je in Spanje ben, ik in elk geval niet. En ook Horchata hoort in dit rijtje thuis. Het is een melkachtig drankje dat wordt gemaakt van amandelmeel, water en suiker. Op straat zie je veel stalletjes waar je het kunt proeven, maar je kunt natuurlijk ook naar een horchateria gaan.
9. Ga naar Mercado Central
Dit is de grootste overdekte markt van Valencia. Je kunt hier heerlijke streekproducten proeven zoals verse hammen, kazen, olijven, vis en vers brood. De markt is tot 15.00 uur open, maar de meeste marktlieden beginnen rond 14.00 uur met opruimen. Beetje op tijd komen dus.
10. Dwaal door de oude stad
Valencia heeft een prachtig centrum met mooie steegjes waar je doorheen kunt dwalen. Ook zijn er veel pleinen te vinden met fijne terrasjes. Proost!
Lees ook:
Comments